use left or right arrow keys to navigate the tab,
Page First page Last page More pages Next page Previous page
Press Enter or Space to expand or collapse and use down arrow to navigate to the tab content
Click to read more about this recipe
Includes
Your webbrowser is outdated and no longer supported by Microsoft Windows. Please update to a newer browser by downloading one of these free alternatives.
Het zorgen voor een goede hartgezondheid is van levensbelang. Vroegtijdige detectie van (beïnvloedbare) risicofactoren en een passende opvolging kan het verschil maken.

In de NHG-standaard Cardiovasculair risicomanagement is het adviseren van een gezonde leefstijl aan iedereen met beïnvloedbare risicofactoren een belangrijke eerste stap richting een betere hartgezondheid. Niet roken, voldoende bewegen en gezonde voeding zijn hierbij van groot belang.

Bij het opstellen van het cardiovascular risicoprofiel spelen niet-beïnvloedbare factoren een rol; leeftijd, geslacht, etniciteit maar ook de familiegeschiedenis in relatie tot hart- en vaatziekten. Naast niet-beïnvloedbare risicofactoren, zijn er ook factoren die wel beïnvloed kunnen worden. Zo heeft de helft van de Nederlanders boven de 18 jaar te kampen met overgewicht en nog altijd zo’n 20% van alle volwassenen rookt op dagelijkse basis. 65% van de Nederlanders boven de 30 jaar heeft een verhoogd cholesterol (≥ 5 mmol/l), en de helft een verhoogde bloeddruk (> 140/90 mmHg). Een verschuiving naar een gezondere voeding en leefstijl kunnen vaak een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van de streefwaarden van cardiovasculaire risicofactoren en zo het risico op hart- en vaatziekten helpen te verlagen. Mensen bij wie één of meer risicofactoren aanwezig zijn en die daarom een hoog risico lopen op coronaire hartziekten, hebben vaak baat bij vroegtijdige detectie en een passende opvolging. Hieronder een overzicht van belangrijke metabole risicofactoren:

Verhoogde bloeddruk

Bloeddruk wordt gemeten in mmHg en uitgedrukt met twee getallen. Het eerste is de systolische bloeddruk, die gemeten wordt wanneer je hart pompt. Het tweede getal geeft de diastolische bloeddruk weer, de druk terwijl je hart zich ontspant. Omdat de eerste waarde naar de systolische druk verwijst en de tweede naar de diastolische druk, spreken we dus van systolische over diastolische druk, bv. 124/80.

Een bloeddruk van maximaal 120 over 80 (120/80) mmHg wordt beschouwd als optimaal of gezond. Boven 140/90 mmHg noemen we de bloeddruk hoog. Alles daartussen is een verhoogde bloeddruk.

De bloeddruk is afhankelijk van heel wat factoren, zoals leefstijl, voeding (zoutinname), lichaamsgewicht, leeftijd en familiegeschiedenis. Eenvoudige veranderingen in het eetpatroon en leefstijl kunnen al helpen om een hoge bloeddruk aan te pakken en tot een gezonder niveau te brengen. Aangezien er zelden sprake is van symptomen is het aan te raden om regelmatig de bloeddruk op te meten wanneer er een verhoogd risico is op een verhoogde bloeddruk.

Aanpassingen in voeding en levensstijl kunnen vaak al een positief effect op de bloeddruk hebben. Bij een verhoogde bloeddruk is het bijvoorbeeld wijs om mensen bewust te maken van hun dagelijkse zoutinname. Vermindering van de consumptie van natrium draagt bij tot de instandhouding van de normale bloeddruk.

Overgewicht / obesitas

Overgewicht ontstaat wanneer iemand langdurig meer energie binnenkrijgt via de voeding, dan door het lichaam wordt verbruikt. Om op gewicht te blijven moeten energie-inname en energieverbruik dus in balans zijn. Om in gewicht te verminderen kan een aanpassing worden gedaan in zowel het voedingspatroon waardoor minder calorieën worden gegeten, als de mate van fysieke inspanning waardoor meer calorieën worden verbruikt.

Met behulp van de BMI (Body Mass Index) kun je over het algemeen goed bepalen wat voor de cliënt / patiënt een gezond gewicht is. De BMI wordt berekend door het gewicht in kilogrammen te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Je kunt de BMI ook aflezen in de BMI-grafiek.

Risicofactoren hartgezondheid

Naarmate de BMI hoger is, is naar alle waarschijnlijkheid het risico op hart- en vaatziekten groter. Het BMI-bereik is toepasbaar voor 'normale' gezonde volwassenen en niet voor zwangere vrouwen, mensen met bepaalde medische aandoeningen of kinderen jonger dan 16 jaar. Vooral een verhoging van abdominaal vet (tussen de organen) wordt geassocieerd met een verhoogd cardiovasculair risico. Zelfs een kleine verlaging van het (over)gewicht kan een positief verschil maken voor de gezondheid van het hart van de cliënt / patiënt.

Diabetes

Mensen met type 2 diabetes hebben relatief gezien een hoger risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten dan mensen die geen type 2 diabetes hebben. Hierdoor moet men extra alert zijn op signalen die toe te schrijven zijn aan hart- en vaatziekten. Diabetespatienten hebben vaker overgewicht, een verstoorde vetstofwisseling en ook te maken met chronische ontstekingen in het lichaam. Dit zijn processen die de vaatwanden kunnen beschadigen wat hand in hand kan gaan met het risico op hart- en vaatziekten.

Verhoogd cholesterol

Een verhoogd cholesterolgehalte is een belangrijke modificeerbare risicofactor voor de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Bij een overmaat aan Lipoproteïnen (LDL) in het bloed, wordt ongewenst in grote mate cholesterol afgegeven aan de vaatwanden. Vooral bij verminderd elastische of in geval van beschadigde vaten kan dit het risico op hart- en vaatziekten vergroten. Het is raadzaam om na te gaan of uw patiënt erfelijk belast is met een verhoogd cholesterol; Familiaire hypercholesterolemie (FH). Dit is het geval bij ongeveer 1 op de 400-500 mensen in Nederland. In geval van FH is de primaire oorzaak van een verhoogd bloed cholesterol een defect aan de LDL-receptoren, eiwitten die er normaliter voor zorgen dat (schadelijke) LDL-cholesteroldeeltjes door de lever kunnen worden opgenomen en verwerkt. Het cholesterolgehalte in het bloed kan hierdoor significant oplopen.

Volgens de Nederlandse Hartstichting heeft momenteel wel 65% van de Nederlandse volwassenen tussen de 30 en 70 jaar te maken met een (licht) verhoogd cholesterol (>5 mmol/l).

Cijfers van het Nationaal Kompas Volksgezondheid laten het volgende zien:

  • Tussen de 30 en 39 jaar heeft 12% van de mannen en 3% van de vrouwen te maken met een verhoogde cholesterolwaarde.
  • Tussen de 40 en 49 jaar gaat het bij mannen om 15% en bij vrouwen om 10%.
  • Tussen de 50 en 59 jaar heeft 32% van de mannen en 31% van de vrouwen een verhoogde cholesterolwaarde.
  • In de leeftijdsgroep van 60 tot 70 jaar zien we een grote stijging. Hier heeft maar liefst 40% van de mannen en 48% van de vrouwen te maken met een verhoogde cholesterolwaarde.
X